maandag 31 december 2012

Geloof in tijden van wetenschap

Geloof, een mooi onderwerp met de jaarwisseling en zo vlak na de Kerst en het einde van de wereld. Oh ja, het einde van de wereld … vermoedelijk slechts het aflopen van een tijdperk in de Maya ’tzolkin’, hun rituele kalender. Het is onwaarschijnlijk dat de Maya dachten aan een einde der tijden, omdat in hun visie de tijd eindeloos doorrolde. Zeker weten doen we dat niet omdat in de zestiende eeuw barbaren uit het Oosten, Europeanen, vrijwel alle boeken van deze hoog ontwikkelde beschaving vernietigden omdat deze volstonden met ‘bijgeloof en duivelse leugens’. Lost in translation zullen we maar zeggen. Maar gelukkig is het prachtige boek waaruit ik deze informatie heb geput, niet verbrand: ‘Het verhaal van de tijd’, onder redactie van Kristen Lippincott, de catalogus van de tentoonstelling in de sterrenwacht van Greenwich bij gelegenheid van afgelopen millenniumwisseling.

Voor mij is er niet veel nodig om vol te schieten met verontwaardiging - merkwaardig woord trouwens - over religieus wangedrag, of dit nu het vernielen is van eeuwenoude, erg waardevolle gebouwen en voorwerpen in Timboektoe omdat ze blasfemisch zouden zijn, of het links laten liggen van de afdeling prehistorie in het historische themapark Archeon bij een rondleiding van christelijke schoolkindertjes ‘omdat dit volgens de bijbel niet kan bestaan’. Maar verontwaardiging levert hooguit een preek op en dat is wel het laatste wat ik jou als lezer wil voorschotelen. Wat ik wel wil is je een mooie, hoopgevende gedachte over geloof voorleggen.

Geloof in tijden van wetenschap … heeft een staaltje van wetenschappelijk verantwoord geloof aan het licht gebracht: rituelen. Rituelen zijn zo oud als de wereld en zijn dan ook altijd omgeven geweest door een hoop bijgelovige humbug. Maar daarom moeten we het kind niet met het badwater weggooien. Je hebt rationeel gedrag en niet-rationeel gedrag en dat laatste moet niet worden verward met irrationeel gedrag. Irrationeel gedrag is gebaseerd op denkbeelden die strijdig zijn met wat wetenschappelijk is aangetoond. Bijgeloof met andere woorden. Niet-rationeel gedrag echter is niet zozeer strijdig met wetenschappelijke denkbeelden, maar valt simpelweg buiten het domein van het rationele.

Rituelen zou je kunnen omschrijven als handelingen die effect hebben op je stemming of op je houding ten opzichte van bepaalde zaken, maar die niet rationeel verklaard kunnen worden. Ik zou willen zeggen ‘handelingen die het onzegbare kunnen zeggen’. Woorden en redenaties wijden aan het onzegbare is meestal geen goed idee, het beneemt het zicht op wat er gebeurt en wat de mogelijkheden zijn. Dat is wat we rationaliseren noemen.

Het rationele wordt bepaald door woorden en redenaties en dit heeft zijn sterke kanten. Maar ‘iedere voordeel heb z’n nadeel’: als iemand bijvoorbeeld een verlies te verwerken heeft, dan kom je niet ver met redenaties. Wat dan vaak wel werkt zijn irrationele dingen als (kerkelijke of niet-kerkelijke) rituelen en muziek, dingen uit het domein van de intuïtie en het onbewuste.

Stemmingen zijn meetbaar in de hersenen, dus kun je concluderen dat rituelen een wetenschappelijk verantwoorde vorm van geloof (kunnen) zijn. Jammer voor Swaab en andere hersenonderzoekers.

Veel geloof, hoop en liefde in 2013.

zondag 16 december 2012

Dick Swaab en god

Hersenonderzoekers als Dick Swaab (in brede kring bekend van zijn boek ‘Wij zijn ons brein’) zeggen dat god niet bestaat. Alles wat wij kunnen kennen ligt tenslotte besloten in onze hersenen. Dat hebben ze onderzocht en daar zat hij niet bij. Heel bijzonder, je bedenkt een theorie over wat wij kunnen kennen, kijkt naar de verschijnselen en concludeert of zij wel of niet kunnen bestaan. Er zijn veel dingen waarvan ik zou willen dat ze niet bestonden, maar de harde werkelijkheid heeft mij inmiddels geleerd dat we niet leven in de wereld van Alice in Wonderland. Geloof is een ervaring en ervaringen hoeven niet voort te komen uit objectieve waarneming. Als iemand zegt dat hij een bepaalde ervaring heeft, dan bestaat die ervaring, punt uit. Zo ook de ervaring dat er een god bestaat. Stel, ik kom bij de dokter en zeg dat ik pijn heb in mijn rechterschouder en de dokter zegt dan - zoals Swaab feitelijk doet - ‘dat is niet zo, jij hebt geen pijn’ … ik zou een andere dokter nemen. 

Ik geloof niet in een god en hou er niet van als iemand mijn ziel voor zijn god probeert te winnen. Maar een betoog dat god niet kan bestaan, trekt mij ook niet zo. En of daarbij verwezen wordt naar onze hersenen, naar de stand van de wetenschap in het algemeen, of naar die goddeloze wereld om ons heen, maakt mij niet uit, ik vind dit een schijndiscussie. Maar waar ik wel in geïnteresseerd ben, is wat geloof voor iemand betekent en hoe dat voor hem werkt. Ook de rol die geloof en religie in de diverse samenlevingen speelt en hoe dit zich heeft ontwikkeld van ver voor het ontstaan van de bekende, grote religies van nu.

Mocht je je afvragen hoe ik 'in godsnaam' op dit onderwerp ben gekomen: ik volg de actualiteit op afstand. Soms haak ik in op iets van de laatste dagen en soms is het in ruimere zin actueel. Ik heb daarbij natuurlijk zo mijn eigen interesses, zoals blijkt uit de onderwerpen van mijn blogs.

maandag 26 november 2012

Benedikt Tasschen en Sunny Bergman over seks


 Heb je de voorkant van NRC de Luxe van afgelopen weekend gezien? Uitgever Benedikt Tasschen vormt met vrouw en kinderen een tableau vivant, met om hun heen diverse blote dames als moderne cherubijntjes. Bloot maar toch netjes. Van hun kruis zie je alleen een vage suggestie van schaamhaar.  Je ziet alles, maar toch zie je niets. Ik moest direct denken aan Beperkt Houdbaar, de documentaire over cosmetische chirurgie van Sunny Bergman uit 2007.

Vreemd eigenlijk, het wordt steeds bloter, maar tegelijkertijd mag je steeds minder zien. Bij mannen worden we overigens juist preutser. Je zou zeggen dat we meer van onze persoonlijke kant kunnen laten zien omdat het openbare domein toleranter is geworden. Maar het is net andersom: het openbare domein rukt op en legt zijn normen op aan ons persoonlijke domein. Net als bij tijd, de wereldstandaardtijd rukt op ten koste van onze eigen tijd.

zondag 18 november 2012

'Tijd' volgens de psychomechanica

In mijn studie psychologie ben ik indertijd heel wat onzinnige theorieën tegengekomen. Dus daar mag ik er wel eentje van mezelf tegenoverstellen: de psychomechanica.

In de psychomechanica wordt tijd gezien als een rivier. Dit heb je natuurlijk al gaapverwekkend vaak gehoord, maar het verschil van de psychomechanische visie zit in de uitwerking. Bij klokkentijd ga je er vanuit dat het leven van alles en iedereen – van mensen, dieren en planten – op ieder moment en op iedere plek op aarde zich met hetzelfde tempo voortbeweegt. Tijd zou bestaan uit gelijke, inwisselbare eenheden, die je naar believen kunt opdelen of samenvoegen. De zestig seconden halverwege een twee maanden durende voetreis zou evenveel zijn als de zestig seconden uit het laatste uur voor zijn terechtstelling van een ter dood veroordeelde. Dit kan beter.

Tijd stroomt om te beginnen bij de één harder dan bij de ander. Maar hoeveel tijd er op een bepaald moment langs stroomt, hangt natuurlijk ook af van hoe breed en diep je tijdstroom is. Je hebt mensen die erg breed leven en anderen vooral diep. Weer anderen leven heel intens in een brede, diepe, kolkende stroom en tenslotte zijn er mensen die zo stil leven dat je héél goed moet kijken om te zien of dat verstilde, zilveren kronkellijntje eigenlijk wel beweegt. En zoals een rivier wordt gevoed door duizend en één verschillende bronnen, zo wordt een mens gevoed door duizend en één verschillende dingen. Een mens wordt gevoed door zijn dingen, maar als je die niet op hun beurt voedt is het daar gauw mee afgelopen. Eén van de hoofdwetten van de psychomechanica - ik ben even kwijt de hoeveelste - is dat tijd ontstaat uit de wrijving tussen een mens en zijn dingen. Mensen die veel dingen doen, hebben veel meer tijd dan mensen die weinig doen. Als je het druk hebt, dan doe je tussendoor vaak nog meer dan als je niets te doen hebt. Niets kost zo veel tijd als een lege dag. En dat we zuinig moeten zijn op onze tijd, weten we nu er zo veel mensen kampen met een burn-out. “Ledigheid is des duivels hoofdkussen” zegt een bekend gezegde, maar ik heb de duivel helemaal niet nodig om te verklaren hoe slecht leegheid is voor je tijdspiegel. De volheid of leegte van je leven op een bepaald moment heeft er trouwens niets mee te maken of je feitelijk iets doet of niet. En al helemaal niet met nuttigheid. Integendeel, zou ik zo zeggen - het grootste deel van alle drukte en al het gedoe wat je om je heen ziet, is alleen maar compensatie van de leegte. Het werkt zelfs averechts. Een leven dat voldoening geeft, dat is waar het allemaal om gaat en hoe minder je daarvoor hoeft te doen, hoe beter het is. En dit is een opbeurende gedachte voor de zondagochtend.

maandag 12 november 2012

Voodoo in moderne media

Voodoo-experimentje


Denkend over creativiteit kwam ik op het tegendeel daarvan, nl. het doden van creativiteit. Zo kwam ik op voodoo-rituelen en vandaar op bepaalde gebruiken in de moderne media. Ik gebruik de term ‘voodoo’ overigens omdat dit de bekende benaming is voor de praktijken waar ik het over wil hebben, maar eigenlijk heet het ‘hoodoo’. Voodoo is een religie en hoodoo een vorm van magie (leve Wikipedia). Hoodoo-rituelen worden toegepast om invloed uit te oefenen op het wel en wee van iemand. Bij witte hoodoo probeer je iets positiefs te bewerkstelligen en bij zwarte hoodoo juist niet. Bij onze media gaat het vooral om zwarte hoodoo.

Bij zwarte hoodoo maken we gebruik van het mechanisme dat ‘schelden pijn doet’. Het is nog steeds gangbaar om dit te ontkennen, maar inmiddels kan worden aangetoond dat de hersenactiviteit bij het waarnemen van iemand met pijn vergelijkbaar is met die van zelf pijn lijden. Kennelijk moeten we waarneming opvatten als ‘vertegenwoordiging’ of ‘afvaardiging’: het komt in de plaats van wat we waarnemen. Goed beschouwd ligt dit ook besloten ligt in de term ‘waarneming’. Er zijn zelfs speciale neuronen in onze hersenen ontdekt voor deze functie: spiegelneuronen. Volgens mij heb je niet alleen spiegelneuronen voor mensen, maar ook voor huisdieren, die prachtige boom waar je al twintig jaar op uitkijkt vanuit je huiskamer, je fiets, je vlieger, je Elfstedenkruisje, zeg maar voor alles wat betekenis voor je heeft. Dus kom je aan één van de dingen van iemand, dan doet zijn spiegelwereld pijn. En zwarte hoodoo maakt daar handig gebruik van. En onze media.

Verwant hieraan is het inzicht van sociaal wetenschappers dat een samenleving zonder empathie niet kan werken. Of je het leuk vindt of niet, je neemt voortdurend denkbeeldig de positie in van anderen. De één heeft dat volgens mij sterker dan de ander. Je bent je zodoende ook bewust van hoe iets voelt bij een ander. Biologen waren tot het vergelijkbare inzicht gekomen dat in groepen levende dieren beter kunnen overleven omdat ze zo gebruik kunnen maken van elkaars ogen en oren.

Maar we hebben nog iets nodig: we hebben iets nodig dat verbonden is met ons slachtoffer, maar waar deze geen greep meer op heeft. In traditionele zwarte-hoodoo-rituelen werd daar een pop, wat afgeknipt haar of nagels voor gebruikt, in moderne media is iemands foto of video gangbaar. Spelden prikken in poppen of soep koken van iemands haar is vervolgens het traditionele recept voor de bereiding en het manipuleren van iemands foto of video de moderne praktijk. Het mechanisme waar we hier gebruik van maken is het aantasten van iemands integriteit door hem een etiket op te plakken, hem vast te pinnen op een bepaald beeld. Als ons slachtoffer een keer bijna struikelt dan kan hij ‘ontsnappen’ door daar bijvoorbeeld een grap over te maken. Maar als we daar een filmpje van hebben gemaakt, dan kunnen we dat tonen waar hij niet bij is. En waar het helemaal zwarte hoodoo wordt, is als we bijvoorbeeld dat struikelfragment eruit knippen en heel veel keren achter elkaar monteren. Hilarisch. Dat wil zeggen voor ons, maar ‘dodelijk’ voor ons slachtoffer. Bij veel natuurvolkeren zoals de Masai in Afrika werd het maken van een foto terecht gezien als een aanval op hun integriteit.

Etiketten, beeldmerken en hoodoo-rituelen vormen boeiende materie in onze beeldcultuur. Hoe ik erop kwam, was via creativiteit. Je weet het, de creativiteit van een kunstenaar neemt af naarmate hij meer blijft hangen op een oud kunstje. En dat geldt natuurlijk ook voor onszelf. We moeten in beweging blijven. In het bewegen scheppen we onszelf, worden we een geheel. Zodra een deel van jezelf in een oud kunstje blijft steken, wordt die integriteit aangetast. En dat is moeilijk genoeg. Ieder voor zich en zwarte hoodoo tegen ons allemaal.

zondag 4 november 2012

Creativiteit voor iedereen

Stel je komt een vriend tegen die je al langere tijd niet hebt gezien en je zit een avond lang te bomen over van alles en nog wat. De onderwerpen die de revue passeren zullen niet allemaal nieuw zijn, maar je zit ook geen uit je hoofd geleerd verhaaltje af te draaien. Je kunt zeggen dat je in meer of mindere mate dingen hebt gezegd die je van tevoren niet in je hoofd had. Je hebt m.a.w. iets nieuws gedaan, oftewel je bent creatief geweest. Je ziet het, creativiteit is iets wat iedereen doet.




Ook over improvisaties in de jazz kun je zeggen dat er in meer of mindere mate dingen worden gespeeld die er daarvoor niet waren. De ene keer slaat de vlam in de pan en de andere keer vervallen de musici in hun oude riedels. Het is net een gesprek. En jazzmusici net gewone mensen, ze komen niet van Mars. Alleen zijn de verwachtingen op het podium hoger dan in de huiskamer, vandaar het hoge aantal ‘bedrijfsongevallen’ met drugs e.d.

Maar ook al sta je niet op het podium, er is altijd een verschil tussen geïnspireerd of juist mat je dingen doen. Een jazzmusicus die te lang ongeïnspireerd op het podium staat, wordt door het publiek afgeschreven, maar ook in het dagelijkse leven wordt een gebrek aan inspiratie uiteindelijk afgestraft: je brandt op, je krijgt een burn out.

Misschien kun je inspiratie en creativiteit zien als de innerlijke en uiterlijke kant van hetzelfde proces. Inspiratie is een ander woord voor geestkracht, en creativiteit is het resultaat naar buiten toe. Er is ook een wisselwerking tussen die twee. Lukt het om creatief te zijn, dan kan dat inspiratie geven. Maar weet je onvoldoende ruimte voor je creativiteit te vinden, dan verdwijnt je inspiratie. Maar je kan ook je inspiratie uitputten door te hoge eisen aan wat eruit komt. Iedereen met een creatief beroep zal dat herkennen. En dat creativiteit volgt uit inspiratie.

Inspiratie wordt wel eens vertaald met ‘goddelijke inblazing van de geest’. Dit suggereert iets wat ongrijpbaar is. Ik denk dat dat inderdaad geldt voor dat cruciale moment in het creatieve proces, de creatieve ingeving. Het woord zegt het al: een creatieve ingeving krijg je. Dat werkt niet op bevel, dat komt spontaan. Dit is de poëtische associatie van de dichter, het vernieuwende inzicht van de wetenschapper, die splijtende pass van de voetballer en al die creatieve momenten van musici, art directors, architecten, enz. Maar zoals ze dat zo mooi zeggen in het voetbal ‘succes dwing je af’. Je kunt heel veel doen aan de kans dat zich zo’n creatief moment zich voordoet. En aan je scherpte om dat moment onmiddellijk te grijpen.

Dit waren een paar eerste gedachtes over creativiteit en inspiratie. Ik hoop binnenkort meer te laten volgen.

woensdag 24 oktober 2012

Waar je hobby's van krijgt

Deze blog is een eerbetoon aan alle grootse dingen waar je oeverloos veel tijd en liefde aan besteedt, maar die geen enkel nut hebben, aan alle dingen die heel onverstandig zijn om te doen om er rijk en beroemd mee te worden en veel succes mee te hebben, maar die je een onmetelijk rijk gevoel geven, alle dingen met andere woorden waarvan Lucebert zou zeggen 'Alles van waarde is weerloos'.

Citaat uit 'In de Tusschentijd' over hobby's
'… Het kon echter nog erger. De oorzaak van alle ellende met de dingen was de blootstelling aan nieuwe, desastreuze methoden voor tijdwinning, gebaseerd op het principe van tijdsplitsing. Vanaf het moment dat men deze methoden systematisch ging toepassen op steeds meer terreinen van het leven, kwam de conditie van de dingen in een neerwaartse spiraal terecht. De verslechterende conditie van de dingen resulteerde in toenemend tijdgebrek. In plaats van beter voor de dingen te zorgen, rende men in paniek van het één naar het ander uit angst voor de dreigende geestelijke hyperventilatie. En zo verviel men van kwaad tot erger en verschrompelden de eens zo grootse, soevereine dingen tot miezerige, kleine dingetjes.

Het trieste gevolg van het verschrompelen van de dingen was dat een aanzienlijk deel van die kostbare, schaarse tijd er langs stroomde … en we weten allemaal hoe vluchtig tijd is. Vervolgens bleken de moderne methoden van tijdwinning - zoals de welbekende toepassingen van de lopende band – allesbehalve onschuldig voor het milieu. Het is normaal dat er een zekere hoeveelheid tijd ongebonden in de natuur voorkomt. Deze zogenaamde vrije tijd is het gevolg van de instabiliteit van de dingen, want lang niet alle dingen verkeren in een stabiele toestand. Kleine hoeveelheden vrije tijd hoeven geen probleem te zijn, grotere hoeveelheden blijken echter erg moeilijk te beheersen. Het risico is dan dat er onverwachts tijddeeltjes met grote energie wegschieten en waar deze andere dingen raken, daar kunnen beschadigingen optreden. Als dit vitale delen zijn die beschadigd raken, dan ziet men op de vreemdste plaatsen woekeringen van handelingen ontstaan, waardoor willekeurige onderdelen van activiteiten op hol slaan en zich blijven herhalen, met als gevolg ontwortelde dingen, hobby’s genaamd. Deze hobby’s zijn een groot gevaar voor de individuele mens, maar door hun besmettelijke karakter ook voor de volksgezondheid. Tot overmaat van ramp begrepen de mensen niet wat de oorzaak was van hun gevoel van leegte en onrust - of wilden dit niet weten - en beseften ook niet hoe groot het gevaar was. In plaats van deze hobby’s krachtig te bestrijden, gedoogden zij de talrijke hobbyshops die her en der als paddenstoelen uit de grond schoten en stortten zich op de bestrijding van wat slechts één van de symptomen van vrijkomende tijd was, namelijk de stankoverlast. Verse vrije tijd ruikt overheerlijk, maar oh wee als het ouder wordt ... en dat wordt het onherroepelijk als het meer dan een handvol wordt. Gezien het epidemische karakter van deze problemen, werd het verdrijven van de onwelriekende lucht, zoals men kon verwachten, al gauw één van de meest voorkomende activiteiten. Nadat de luchtvervuiling groter en complexer bleek dan men aanvankelijk had gedacht, werden er opleidingen opgericht voor de bestrijding van deze overlast. Inmiddels is dit één van de grootste sectoren van het bedrijfsleven geworden, tijdverdrijf.'

dinsdag 16 oktober 2012

Leve het luisterboek!

Hans Verster in de studio
 
Gisteren ben ik in de homestudio van mijn zoon Stefan bezig geweest om het eerste hoofdstuk van 'In de Tusschentijd' in te spreken. Voorlezen is anders dan 'stil' lezen, zeker als je dat lang en geconcentreerd achter elkaar doet. Je gevoel voor timing van je verhaal wordt er anders van. Als je veel voorleest kruipt de aloude 'orale traditie' weer meer in je schrijven. Voorlezen maakt dat je meer in de sfeer van het verhaal komt, het is intenser. Ook als luisteraar.

Afgelopen zomer hadden we 'Zomerhuis met zwembad' van Herman Koch als luisterboek ge-… ja wat, beluisterd dan maar, en dat beviel heel goed. Het aparte is ook dat een boek weer een socialer medium wordt. Lezen doe je in je eentje, maar luisteren doe je samen. Je kunt het verhaal af en toe onderbreken om van commentaar te voorzien. Het vraagt wel om iets wat je met je handen kan doen. Net als radio, daar ga je niet voor zitten, maar heb je aanstaan in de auto of bij het koken. Een forenzende collega vertelde dat in de auto luisterboeken voor haar het favoriete alternatief waren voor irritante radioprogramma's.

Het idee  om mijn eigen boek ook als luisterboek uit te brengen had ik al veel langer. Ik ben sterk geneigd te denken in termen van film, zodat ik vaak aan het puzzelen ben om filmische middelen te vertalen naar literaire middelen. Of een geschreven verhaal naar een multimediaal verhaal. Het aantrekkelijke van een luisterboek is dat het iedere vorm kan krijgen tussen simpel voorlezen en een hoorspel met alles er op en er aan. Hierdoor zit je niet direct vast aan hoge productiekosten, waardoor alle aandacht wordt opgeslokt door zakelijke beslommeringen.

Voor de jaarwisseling wil ik het eerste hoofdstuk bij wijze van experiment als vrij-beschikbaar luisterboek op internet te zetten. Of ik mijn hele roman als luisterboek ga aanbieden, laat ik afhangen van wat ik zelf vind van de resultaten en van de reacties op het eerste hoofdstuk.

maandag 1 oktober 2012

Help, keuzeverlamming!

'Keuzeverlamming' is een prachtige uitdrukking. Het laat aan duidelijkheid niets te wensen over. 's Ochtends bij het ontbijt op je vrije dag verheug je je erop je nieuwe video-editing programma te installeren en eindelijk de opnames van een bevriend muziekbandje te monteren. Maar dan blijkt het een onverwacht mooie, zonnige dag te worden. Toch naar ons zeilbootje? Wacht, dat is geen goed voorbeeld. Dit zal niet iedereen herkennen en het is niet in beide gevallen een kwestie van 'nu of nooit'.

Je zit eindelijk een keer rustig in de tuin of op je balkon met een stapel kranten en tijdschriften, maar zo meteen begint er een heel leuk festival in de stad. Dat is een beter voorbeeld. Er moet sprake zijn van een onomkeerbare keuze, van tijdsdruk. Je ziet het moment naderen waarop je moet kiezen ... en je laat het lopen. Je bent verlamd. Als de ezel die verhongert tussen twee hooischelven. Met elastiek blijf je vastzitten aan beide keuzes en zodra je naar één kant neigt, begint de andere meer te trekken.

Je kunt zeggen dat je dan nog altijd lekker in de tuin hebt gezeten, maar dat is niet zo. Je bent weliswaar thuis gebleven, maar je hebt er niet uitgehaald wat erin zat. Je hebt onrustig op het puntje van je stoel gezeten, in plaats van met volle overtuiging de krant met alle bijlages te lezen.

'Eruit halen wat erin zit', eigenlijk was dat het onderwerp waar ik het over wilde hebben. Tijd stel ik me dan voor als een soort brandstof die wordt geproduceerd als je opgaat in wat je doet. Hoe meer je opgaat in je dingen, hoe meer tijd je als het ware krijgt. Een dag waarin dat goed gelukt is, geeft veel tijd, oftewel veel voldoening. Uit één dag kun je naar je gevoel een halve week halen. Je moet diep nadenken wat je allemaal sinds het opstaan gedaan hebt. Inderdaad, tijd als inspiratie, als inblazing van de geest. Vandaar die brandstof. Dit is hoe ik tijd heb benaderd in mijn roman, een tamelijk plastische voorstelling van hoe we bezig zijn met onze dagelijkse tijdwinning en hoe we daarbij belaagd worden door eisen van nuttigheid.

'Eruit halen wat erin zit' heeft veel te maken met kunnen kiezen. Zo kwam ik op 'keuzeverlamming'. Hoewel het bij nader inzien meer is dan goed kunnen kiezen. Maar het is wel een uitdrukking die tot de verbeelding spreekt. Trouwens, had ik niet eerst met mijn jongste zoon moeten overleggen, van wie de uitdrukking is? Of is de uitdrukking niet van hem? Maar ik wil deze blog wel gepost hebben voordat ik over vijf minuten de deur uit moet. Help, keuzeverlamming.

zondag 16 september 2012

Zintuiglijk schrijven als Thomas Verbogt

Vanmorgen om half acht werd ik wakker en moest er even uit. De stralende zon werd gefilterd door de klamboe en door het geopende raam kwam ochtendfrisse lucht binnen. Nog een half uurtje terug in bed. Daarna stond A. als eerste op, want zij had afspraken en ik niet. Terwijl ik nog half slapend de douche hoor lopen, zweemt er nog vaag iets van de sympathieke Tjechische film 'Empties' van gisteravond door mijn hoofd. Eigenlijk een coming of age verhaal maar dan voor ouderen. Een docent neemt vlak voor zijn pensioen ontslag omdat hij ongelukkig wordt van de desinteresse van de leerlingen en bloeit helemaal op bij de lege-flessenbalie van de buurtsuper. Als ik de douche niet meer hoor, sta ik ook op. Bij de zondagochtend hoort een uitgebreid ontbijt en dat smaakt mij niet in m'n eentje. Na het ontbijt blijf ik nog even besluiteloos op de bank hangen. Als het zonnig is, heb ik altijd moeite naar mijn werkkamer op zolder te gaan. De zon trekt aan mij. Vast een buitenmens geweest in een vorig leven. Om kwart voor tien loop ik met een thermoskan koffie naar mijn werkkamer. Doelbewust loop ik nog steeds op blote voeten, want ik wil eerst mijn teennagels knippen. Ik ga daarvoor op de bank van mijn werkkamer zitten, en pak een willekeurig velletje papier van mijn bureau om dat op de grond te leggen. Zo kan ik de afgeknipte nagels makkelijker oprapen en weggooien. Net voordat ik mijn blote rechtervoet op het papier kan zetten, zie ik dat het een uitnodiging is voor een lezing van Thomas Verbogt, voor wie het zintuiglijke zo belangrijk is in zijn schrijven. Maar dat wordt mij pas duidelijk als ik naar hem luister, want ik ben toch maar snel op pad gegaan.

Een schrijver in levende lijve ontmoeten heeft toch meerwaarde. Op radio of televisie mag natuurlijk ook. Ik ben het niet eens met de mening dat je een literaire tekst moet beoordelen los van de persoon van de schrijver. Nog afgezien van het feit dat ik mij juist zo veel mogelijk probeer te onthouden van een eindoordeel, vind ik het vaak interessant om iets te zien van hoe een schrijver zijn wereld probeert te vangen in een verhaal. En dan zie ik graag iets van die wereld. Vorige week op Manuscripta weer heel wat lezingen en interviews gezien en vanmorgen Thomas Verbogt. Ik geef direct toe dat ik ook de kunst aan het afkijken ben. Ergens komend najaar zal ik mijn eerste lezing als schrijver houden. De enthousiaste en persoonlijke manier waarop Thomas dat deed, is een voorbeeld voor mij. In de pauze, bij het signeren van mijn exemplaar van zijn 'Perfecte Stilte', heb ik van de gelegenheid gebruikgemaakt om een exemplaar van mijn 'In de Tusschentijd' voor hem te signeren. Veel plezier ermee Thomas, ik hoor graag wat je ervan vond.

vrijdag 24 augustus 2012

En nu de recensies maar afwachten

Het eerste wat ik afgelopen weekend deed toen ik terugkwam van vakantie, was recensie-exemplaren versturen naar de media. Nadat ik de distributie in de eerste helft van juli eindelijk rond had, was de komkommertijd inmiddels begonnen. Geen handige tijd om berichten de wereld in te sturen. Maar nu staat het nieuwe seizoen weer voor de deur en daar wil ik bij zijn. Ook heb ik kaartjes aan vrienden, kennissen en relaties gestuurd die nog niets wisten van mijn boek.

Terwijl ik zo bezig was met mijn schrijvers- en uitgeversactiviteiten viel mijn oog op een dubbelinterview in de NRC over de ontwikkelingen in de boekenwereld. Het waren interviews met de schrijver Charles den Tex en de uitgever Mizzy van der Pluijm. Den Tex signaleert een nieuw fenomeen in de boekenwereld: de schrijver-uitgever. 'Dat ben ik', dacht ik meteen. Verder vindt Den Tex dat het aan visie ontbreekt bij de Nederlandse uitgevers en ziet de grote uitgevers uit elkaar vallen tot kleine diensten aanbieders. Een balangrijke oorzaken hiervan zouden de komst zijn van het eboek en grote webshops als Apple Bookstore, Amazon.com en Bol.com. Van der Pluijm ziet juist een mooie combinatie van internet en papier ontstaan en nieuwe mogelijkheden voor vruchtbare samenwerking tussen bestaande en nieuwe partijen in de boekenwereld. Zij doet een beroep op alle partijen om zich niet door paniekverhalen uit elkaar te laten spelen.

Mijn ervaring tot zo ver is dat de Nederlandse boekenwereld een gesloten wereldje is, georganiseerd rond de uitgeverijen. Een mooi voorbeeld hiervan is een soort handleiding voor aspirant schrijvers waarop ik een paar jaar geleden stuitte. En wanneer mocht je je schrijver noemen? … als je een contract met een uitgever op zak had. Ook erg boeiend is de voorwaarde om lid te worden van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers: 'als er tenminste één door u geschreven literair werk van substantiële omvang onder redelijke voorwaarden is gepubliceerd door een professioneel geleide uitgeverij'. Voor onafhankelijk schrijvers als ik is eigenlijk geen plaats, daar is geen rekening gehouden. De distributie van gedrukte boeken en eboeken is ook sterk gericht op de uitgeverijen en hun Centraal Boekhuis. Maar de distributie van eboeken is nog veel erger. Daar heb ik wel met vijf partijen contracten moeten afsluiten om overal verkrijgbaar te zijn.

Als ik op de media afga dan wordt de Nederlandse literaire wereld bevolkt door uitgevers met marketingfrustratie, fusieverdriet en eboekangst. Toen ik begin dit jaar mijn manuscript afrondde, moest ik kiezen hoe ik het wilde uitgeven. Die keuze was ineen niet moeilijk meer: zelf doen.

Mijn voorbeeld is de wereld van de moderne muziek. Daar is de vanzelfsprekendheid van 'een muziekcarrière begint bij een platenmaatschappij' al lang doorbroken. Daar is een gevarieerde wereld ontstaan van dienstverleners voor iedere mogelijke vraag die muzikanten hebben in hun muziekactiviteiten, naast de internationale en nationale full service muziekorganisaties, de bekende A- en B-labels. Welke vraag je hebt als muzikant, hangt er vanaf wat je wilt en wat je positie is. De één wil de distributie van zijn zelf geproduceerde cd'jes uitbesteden en de ander is op een dermate grote schaal bezig, dat hij het beste af is met een A-label.

Ik zie wel hoe het uitpakt. Eerst maar eens afwachten wat de reacties zijn op mijn recensie-exemplaren en hopen dat ze ook boeken bespreken van onafhankelijk schrijvers.

maandag 16 juli 2012

Plannen zat voor nieuwe publicaties

Na mijn laatste blog heb ik hard gewerkt aan een volgend artikel over tijd. Ik wilde in mijn volgende blog graag de publicatie van dat artikel kunnen melden. Vervolgens duurde het publiceren daarvan op mijn website om technische redenen (ik had zelf iets doms gedaan) bijna een week langer dan gepland. En daarna kreeg ik het helemaal te pakken van een nieuw idee voor een volgende roman. In ieder geval een novelle. En aangezien ik geleerd heb het ijzer te smeden als het heet is, liet ik me meenemen door de stroom zo lang als het duurde. Pas vandaag ging het wat minder. Ik heb het idee dat deze creatieve eruptie kwam doordat ik al zo lang aan andere dingen heb moeten werken. Eerst de afronding van mijn roman, In de Tusschentijd - toch altijd een fase van punten en komma's en niet van grootse en woeste schepping. En daarna het opzetten van mijn eigen uitgeverij. Hoe dan ook heb ik niet te klagen over aanzetten voor nieuwe publicaties. Voor de periode tot eind 2014 (nog bijna 2,5 jaar) heb ik een essaybundel over tijd op stapel staan, een klassieke novelle (of roman) met een thriller-achtig karakter en een novelle (of roman) met een opnieuw een wat surrealistisch karakter, net als In de Tusschentijd. Veel te ambitieus natuurlijk. Ik heb nog steeds een baan van 20 uur.

Ondertussen is het eindelijk gelukt In de Tusschentijd als eboek te publiceren in de Apple Bookstore. Althans, het uploaden ging goed, nu nog afwachten wanneer hij daadwerkelijk in de catalogus verschijnt.

De verschijning van In de Tusschentijd zal tot medio augustus het beste bewaarde geheim van literair Nederland blijven: dan ga ik recentie exemplaren rondsturen.

Oh ja, dat artikel over tijd is dus al lang gepubliceerd: http://www.hansverster.nl/nieuws/artikel/detail/2012-6-op-zoek-naar-de-verloren-eigen-tijd/

dinsdag 19 juni 2012

Een ernstig geval van workaholisme

Ik geef het toe, ik ben zelf ook een ernstig geval van workaholisme. Altijd moet er iets, nooit kan ik eens even niets doen. Maar, moet ik mezelf nageven (ik ben me d'r eentje), ik doe dat wel op een creatieve manier. Het komt wel uit mezelf. Meestal. En daardoor leef ik wel in mijn eigen tijd, in mijn eigen Tusschentijd. Zeven jaar heb ik gewerkt aan mijn boek (tussen alle drukte door). In mijn eentje. Maar doordat ik heb weten vast te houden aan het werken vanuit mijn inspiratie, mijn creativiteit, en me niet heb laten opjagen door doelen buiten het schrijven, heeft me dat veel voldoening gegeven. Natuurlijk had ik mijn ups en downs, maar het meeste was positief. Ik denk wel eens dat dat me behoed heeft voor een burn-out in mijn andere werk: ik had voor mezelf altijd nog mijn schrijven waarin ik me kon uitleven, waarin ik me helemaal kwijt kon.

En dat werken vanuit mezelf probeer ik ook nu vast te houden in deze fase van distributie perikelen. Het is namelijk nog steeds niet gelukt om de distributie van mijn boek als eboek goed te regelen. De technische problemen bij het uploaden naar Apple Bookstore zijn nog niet opgelost en iedere keer blijkt de Nederlandse eboekenmarkt nog weer meer versnipperd te zijn. Nu blijkt dat eBoekhuis maar een deel van de Nederlandse webshops van eboeken te voorzien. Een Belgische partij, epagine.nl, is hier flink aan de weg aan het timmeren. Ik ga daar waarschijnlijk ook een overeenkomst mee sluiten.

Ondertussen is het te laat geworden om nu nog voor de zomervakantie recensie exemplaren rond te sturen. Tenzij iemand natuurlijk goede argumenten heeft om dat juist wel te doen. In komkommertijd grijpen de media alles aan. Nu ik dat zo zeg, begin ik toch te twijfelen.

zondag 10 juni 2012

Over eboeks, de Amerikaanse belastingdienst en 'Alles over Tristan'

Het positieve nieuws is dat In de Tusschentijd inmiddels te vinden is in de catalogi van webshops als Selexyz en Bol.com. Dat wil zeggen de gedrukte versie. De eboek versie wil echter nog niet lukken. Nadat ik hoorde dat ik voor de distributie van mijn eboek een apart contract moest afsluiten met Centraal Boekhuis dochtermaatschappij Eboekhuis, vroeg ik direct een op naam gesteld contract aan. Dat was dinsdag 22 mei. Na allerlei perikelen lukte het om ruim twee weken later succesvol mijn eboek te uploaden. Dat wil zeggen dat ik geen foutmelding meer kreeg, maar ik heb het nog niet in de catalogi van webshops teruggezien.

Daarna bleek dat ik voor de aanlevering door Eboekhuis aan Apple Bookstore en Kobo toch nog een apart contract moest regelen. Dat heb ik gedaan en ik wacht op een bevestiging. Oh ja, voor verkoop door Bol.com moet ik zelf contact met dit bedrijf opnemen. Dat heb ik gedaan en ook daar wacht ik op een reactie.

In de tussentijd (maar dan niet de titel van mijn boek) kreeg ik zo waar een brief van de Amerikaanse belastingsdienst IRS met mijn aangevraagde ID. Hiermee was de weg vrij om direct aan Apple Bookstore te leveren. Omdat het hier in Nederland niet zo opschoot, besloot ik mij als uitgever aan te melden bij Apple.

Net voor afgelopen weekend kreeg ik daarover positief bericht en gisteren ben ik daarmee aan de slag gegaan: speciale software downloaden en installeren, contracten en handleidingen doorwerken en tenslotte het hele publicatie pakket samenstellen. Na de hele dag werken kon ik om vier uur 's middags dan eindelijk op de knop Deliver drukken. Error! En wat ik ook probeerde en voor oplossingen op het web zocht, het bleef Error.

Om zeven uur 's avonds gaf ik het op. Toen bleek ik ook nog de eerste helft van Oranje tegen Denemarken te hebben gemist. Achteraf gezien had ik ook de tweede helft wel willen missen. Zaterdag was mijn dag niet. Uiteindelijk een oude Grisham op tv gekeken (The Firm) en een oudere roman van Tommy Wieringa, Alles over Tristan, uitgelezen. Dit maakte mijn dag toch nog een beetje goed. Vooral het laatste. Morgen, maandag, maar eens bedenken wat ik nu ga doen met de eboek versie.

dinsdag 5 juni 2012

Mijn 80 woorden voor het VPRO Boekenfestival

Afgelopen zaterdag naar het VPRO Boekenfestival geweest. Erg leuk. Veel bekende en minder bekende schrijvers (niet van mij persoonlijk hoor) die werk presenteerden of geïnterviewd werden, opnames voor radio- en tv programma's en andere activiteiten. Het was een gezellige drukte in de Nes theaters de Brakke Grond, Frascati, het Comedy Theater en de Engelenbak en de Nes zelf was vol met terrasjes, optredende bands en een boekenmarkt met signerende schrijvers. Mijn inzending voor 'In 80 woorden de wereld rond' was geen succes. Misschien had ik eerst wat van juryvoorzitter A.L. Snijders moeten lezen om aan te voelen waar hij heen wilde met zijn prijsvraag voor een kort verhaal in precies 80 woorden. 1500 Inzendingen! En ik was niet eens genomineerd. Dan zet ik hem wel in deze blog.

In 80 woorden rond de wereld

Woord voor woord zag kleine Thomas zijn wereld groeien
vanaf een aarzelend ‘papa' en ‘mama' tot ze in woeste stromen kwamen
die als jonge hondjes tevoorschijn sprongen vanachter blikken en gedachtes
en hem soms meesleepten tot buiten de perkjes van waar hij heen wilde.
Maar moe zelfs iets te zeggen ook al zei hij niets
vroeg hij “hoe kom ik van jullie af”
waarna de hondjes zeiden: “met een slecht geheugen”
en Thomas’ wereld weer kleiner werd, woord voor woord.

dinsdag 29 mei 2012

Drukwerk in de boekwinkel, eboek bijna

Mijn laatste blog was van 4 mei! Ik kan het haast niet geloven, zo lang geleden al weer. Maar er is weer veel gebeurd. Ik 'moest' een weekje naar Frankrijk (zonder internet). Met een heel gezelschap. Toch bijzonder hoe anders gesprekken verlopen als je eens wat langer bij elkaar zit. En naar een indrukwekkend huis. Een huis met een veranda. Dat wil ik ook. Met kilometers ver uitzicht. En daarna moest de boot hoognodig zeilklaar worden gemaakt.
Maar aan schrijversfront zijn er weer flinke vorderingen gemaakt. De distributie is nu bijna rond. Het duurde langer dan ik had gedacht, maar daar ga ik me niet druk om maken. Contracten afsluiten moet kennelijk zijn tijd hebben. Ik heb twee contracten afgesloten met Centraal Boekhuis. Of liever gezegd moet ik de tweede nog tekenen en terugsturen: die voor het eBoekhuis. Daarmee zorg ik dat de eboek versie van In de Tusschentijd in één klap bij alle gangbare grote en kleine webshops te krijgen is. Het andere contract is met CB Compact, een dienst van Centraal Boekhuis speciaal voor kleine uitgevers als ik. Ik leg daar een voorraadje aan (inmiddels gedaan) waarmee zij alle boekhandels en webshops in Nederland en Vlaanderen van mijn boek kunnen voorzien. De gedrukte versie zou inmiddels beschikbaar moeten zijn. Ik zal er eens achteloos naar vragen bij wat boekhandels ... Misschien gaan ze het dan nog bestellen ook (schijnt een gewoonte van veel schrijvers te zijn, vragen naar hun eigen boek).
Donderdag zijn de laatste puntjes op de i gezet van mijn eboek. In ePub, het meest gangbare formaat. Morgenavond kan het getekende contract terug. Je zou zeggen dat ik dan voor het weekend een account heb en mijn eboek kan uploaden. Oh ja, wat ik was vergeten is dat er dan nog een technische controle moet plaatsvinden of het bestand wel goed leesbaar is.
Hoe dan ook ga ik naast deze laatste strubbelingen aan het distributie front, mij nu voorlopig richten op de promotie: recensie exemplaren sturen aan redacties en persberichten aan relevante organisaties.

vrijdag 4 mei 2012

Eerst de distributie, dan de publiciteit

Afgelopen zondag was de tweede van de boekpresentaties. Thuis, voor familie en vrienden. De mensen die jarenlang het meeste je geklets over een boek hebben moeten aanhoren, moet je toch als eerste laten delen in het succes: het is me gelukt! De eerste boeken zijn verkocht, dus ik mag mij schrijver noemen: je bent schrijver als je lezers hebt. Maar nu de volgende stap: hoe bereik ik de lezers buiten mijn eigen, directe kring?

Vantevoren had ik natuurlijk een marketing plan. Globaal. Maar de duivel schuilt in de details. Het is heel veel werk, maar dat vind ik niet erg. Integendeel. Het zou erg zijn als je aankijkt tegen een dichte muur. De twee hoofdtaken die ik nu voor me zie (afgezien van weer eens iets steekhoudends op papier zetten) is distributie en publiciteit.

Distributie wil zeggen: zorgen dat het boek op zo veel mogelijk plaatsen en in zo veel mogelijk vormen te krijgen is. Hier heb ik al eerder een en ander over verteld. Op dit moment richt ik mij op het Centraal Boekhuis. Behalve het afhandelen van de ISBN-administratie voor Nederland en België, bieden zij een breed dienstenpakket voor uitgevers en boekhandels. En speciaal voor kleine uitgevers zoals de dienst CB Compact. Ik ken nog niet alle details, maar dat ziet er veelbelovend uit. Allereerst kun je hiermee tegen aanvaardbare kosten zorgen dat je boek in ruim 1800 (internet) boekhandels in Nederland en België (Vlaanderen) ligt. Weliswaar is mijn boek op mijn eigen website te krijgen, maar veel mensen willen het toch eerst in hun handen hebben gehad en kopen liever bij een boekhandel. Verder lijkt het erop dat ik via CB Compact eboekkanalen voor Nederlandstalige boeken in een keer kan bedienen: Apple Bookstore, Bol.com en Kobo. En natuurlijk alle gewone boekhandels met een webshop, zoals de Selexyz keten. Mijn aanvraag voor een Amerikaans Employer Identification Number (EIN) om direct aan Apple Bookstore te kunnen leveren loopt nog, maar waarschijnlijk werkt deze nieuwe route beter. Ik verwacht volgende week de zaken met CB Compact te hebben geregeld.

Distributie is nog geen publiciteit. Het moet natuurlijk wel bekend zijn dat er een ontzettend goed boek is en dat die Verster iemand is van wie je dat graag wilt lezen. Ik wil het ook in die volgorde aanpakken: eerst de distributie goed opzetten en daarna de publiciteit op grotere schaal aanpakken. Mijn filosofie is om consistent iets op te bouwen en onderbrekingen en kinken in de kabel te vermijden. Dus niet een hoop mensen nieuwsgierig maken en dat het vervolgens nergens te krijgen is. En dat gaat in een lange reeks stappen, want ik ben nu eenmaal geen grote uitgever die in één klap een hele apparaat in beweging kan zetten.

Na volgende week ben ik eerst nog een weekje naar het buitenland (briljante timing, maar ja, oude afspraken) en daarna ga ik de publiciteit aanpakken. Dit houdt vooral in recensie-exemplaren sturen aan de media en presentatiekaartjes / nieuwsberichten aan de organisaties van evenementen.

En nu moet onze zeilboot (voor de liefhebber: een Waarschip 740) uit de winterstalling het water in.

donderdag 26 april 2012

En dan dat eerste exemplaar in je handen!

Hij is er! 'In de Tusschentijd' in druk! Gisteren om 11.30 uur kwam er een gammel bestelautootje voorrijden en was het zover. In plaats van de deur open te rukken, een doos open te scheuren en het eerste exemplaar in aanbidding te aanschouwen, laad ik heel beheerst samen met de chauffeur de lading uit. Daarna de dozen tellen en de pakbon tekenen. Maar dan. De omslag is prachtig, perfect. Vervolgens blader ik het boek door om te zien of niets ontbreekt en alles in de juiste volgorde staat. Niets op aan te merken. Opluchting. Niet dat ik had problemen had verwacht, maar je weet maar nooit. Zien is geloven.

Ik kijk eens naar het resultaat. 47 Dozen, 1000 stuks. Wel een beetje vol in de huiskamer. Maar we hebben nog een paar dagen om daar een plekje voor te vinden voordat het bezoek komt om het verschijnen van mijn boek te vieren. Zo gaat het al weken: lijsten met klussen afwerken waarvan ik bij het begin geen idee heb hoe ik dat voor elkaar moet krijgen. Maar het gaat als met het beklimmen van die spreekwoordelijke berg: van een afstand is hij enorm, maar als je je ene voet voor de andere blijft zetten, dan ga je ondanks jezelf gewoon omhoog.

Het idee van een grote boekpresentatie heb ik laten varen, dat zou veel te lang duren. Nu organiseer ik er één voor collega's op mijn werk en één voor familie en vrienden thuis. Morgen als eerste een presentatie op mijn werk. Toch een wat merkwaardige situatie: een schrijver die mensen uitnodigt om zijn eigen kunstje te komen bewonderen. Dat is goed beschouwd een functie van een uitgever: een excuus voor de schrijver. Dan kan de uitgever zeggen dat je boek zo mooi is en kun je er zelf chique en ingetogen bij staan. Als rechtvaardiging draai ik het maar om: het zou raar zijn om iets waar ik het al jaren over heb niet met mijn collega's te delen en het stilletjes voor mezelf te houden. Het motto is dus: beste mensen, eindelijk heb ik mijn project afgerond en ik ben trots op het resultaat. Het zou mooi zijn als je het ook echt kon waarderen, maar anders is het jammer. Kom het in ieder geval met me vieren.

De reacties op mijn uitnodiging waren erg leuk. Geen enkele reactie waarin me op hoge toon werd toegevoegd dat het absoluut ongepast was om hem of haar met zo'n futiliteit lastig te vallen. Opvallend trouwens dat meerdere collega's bekenden ook heimelijke literaire dromen te hebben 'maar jij hebt het gedaan'. Heerlijk om dat te horen, daar word ik even een stukje groter van.

dinsdag 24 april 2012

eBoek avonturen

Van het drukkersfront niets nieuws en dat is goed nieuws: woensdag 25 april, morgen!, blijft staan als afleverdatum van de eerste oplage. Maar nu In de Tusschentijd als eboek. Mijn idee over de distributie van mijn boek is om alle grote en kleine media en kanalen te gebruiken die beschikbaar zijn en die een goede indruk op mij maken. Maar niet alles tegelijk, daarvoor heb ik geen handjes genoeg. In dit blog meer over mijn avonturen met eboeken.

eBoeken via mijn eigen site verkopen overzie ik nog niet helemaal, dus dat zet ik even in de wacht. eBoeken via webshops verkopen is de volgende optie. Webshops kun je verdelen in twee soorten: met en zonder een eigen platform voor afrekenen en distributie. Alleen de grote webshops hebben zo'n platform, zoals amazone.com, bol.com, Apple Bookstore en Kobo. Dat kleinere webshops gebruikmaken van het platform van Centraal Boekhuis kan ik begrijpen, maar dat ik alleen een eboek via Centraal Boekhuis aan bol.com kan leveren - met alle extra kosten van dien - begrijp ik niet. Centraal Boekhuis schijnt ook in onderhandeling te zijn met amazon.com en Kobo voor de toelevering van eboeken als zij naar Nederland komen. Het mooie van eboeken is dat vrijwel iedere drempel tussen schrijver en lezer verdwijnt … in theorie. In de praktijk wordt de internet boekenmarkt van alle kanten dichtgetimmerd. Vooral in Nederland.

Zoals ik in een eerdere blog al meldde valt amazon.com voorlopig voor mij af omdat zij (nog) geen Nederlandstalige teksten distribueren. Ik weet niet precies wat het probleem is, waarschijnlijk dat de software van hun ereader, Kindle, nog geen Nederlands ondersteunt. Bol.com is alleen te benaderen via Centraal Boekhuis. Dat hoop ik volgende week te gaan regelen. Kobo, een grote internationale eboekdistributeur en webshop, heb ik afgelopen weekend aangeschreven, maar daar heb ik nog niets van gehoord. Blijft voor dit moment Apple Bookstore over. En wat bleek bij het regelen van een uitgevers account bij Apple: daar heb je een EIN voor nodig, een Employer Identification Number. Een EIN moet je aanvragen bij de Internal Revenue Service, een afdeling van de belastingdienst van de USA. Nadat ik het benodigde formulier voor de aanvraag gedownload had, zocht ik het adres waar het heen moest. 'Aanvraag per mail' heette de link, maar ik kon nergens een mailadres vinden … totdat ik me realiseerde dat dit gewoon postadres betekende … en ik maar zoeken naar een emailadres! Deformatie van iemand te veel op internet is ingesteld, zullen we maar zeggen. Maar afgezien van het tijdverlies door een postverzending , moest ik rekenen op een verwerkingstijd van 4 weken!

Aanvankelijk heb ik nog even geprobeerd mijn eboek zelf op te maken met iBook Author, het gratis opmaakprogramma van Apple. De reclame suggereerde dat opmaak en publicatie in de Apple Bookstore een kwestie van een paar drukken op de knop was. Bij het opmaken bekroop mij het gevoel bezig te zijn met zo'n amateuristisch DTP-product en dat is niet wat ik wil. Voor publicatie vanuit iBook Author heb je overigens ook dat leuke EIN nodig. Bij een volgende publicatie ga ik wel weer eens proberen zelf iets op te maken, maar In de Tusschentijd moet een professionele layout krijgen. Dat is inmiddels uitgevoerd door de vormgever. Jammer dat het nog zo lang moet duren voordat ik het kan publiceren.

maandag 16 april 2012

Hoe is jouw opdikkingsfactor vandaag?

De afgelopen dagen was de tijd van de praktische zaken van het uitgeven van drukwerk. Vrijdag werden de laatste tekstcorrecties afgerond en overlegd over de kleur van het papier: net als bij muurverf heb je veel meer soorten wit dan je zou denken. Gisteren kreeg ik nog een grote schrik over de verzendkosten: het gewicht dreigde over de 500 gram te gaan en daarmee in een duurdere tariefgroep te komen. Maar vooral de dikte leek helemaal fout te lopen: als het boek en de verpakking dikker zijn dan 32 mm dan kan het niet meer als brief worden verzonden. Het moet dan als pakket worden verstuurd, waardoor de kosten van 2,50 naar 6,75 gaan! Alternatieven waren papier met een lagere opdikkingsfactor (Heb jij na zwaar tafelen ook wel eens last van een te hoge opdikkingsfactor?) of een andere papiersoort. Dit laatste zou de productiekosten serieus duurder maken.

Nou ja, een storm in een glas water: na nog eens meten en rekenen blijkt het gewicht en rugdikte binnen de marges te blijven. De vormgever bracht de ISO-proef van het omslag langs en dat zag er prachtig uit. Ik was namelijk ongerust dat de omslagfoto te licht zou worden, maar dat bleek te liggen aan een afwijking van de laserprinter. Een ISO-print wordt gemaakt op een geijkte laserprinter en hoewel het nog steeds geen drukwerk is, wijkt het hier veel minder vanaf. Het laatste bericht over de levertijd is dat het woensdag 25 april wordt.

dinsdag 10 april 2012

Vrijdag de 13e … toch niet

 Misschien moet ik opgelucht zijn: vrijdag 13 april halen we niet als opleverdatum van In de Tusschentijd. Geen rampen, maar gewoon te krap gepland. Het wordt nu in de week van maandag 23 april. Morgen krijg ik waarschijnlijk een nieuwe opmaak, waarin mijn correcties van vandaag zijn verwerkt. Morgen of overmorgen gaat hij dan naar de drukker. Wat er dan nog verkeerd in staat, staat er duizend keer verkeerd in, de hele eerste oplage namelijk. Je hebt dingen waar je vantevoren grondig over moet nadenken en er zijn dingen waar je dat vooral niet bij moet doen. Zelf een boek uitgeven is iets van de laatste soort. Ik ben een keer helemaal uit het veld geslagen uit Selexyz thuisgekomen: zoveel boeken, wat heb ik daaraan toe te voegen. Wie zit er op mij te wachten? Zeven jaar in je eentje doorgaan met zoiets volstrekt nutteloos als een roman, het is me wat. Lucebert zei het al: Alles van waarde is weerloos. Ik vat dat op als dat het zijn waarde aan niets anders kan ontlenen dan aan zichzelf … net als mijn boek. Dat bedoel ik met nutteloos. Er zijn twee manieren om dat vol te houden: koester je illusie dat de hele wereld op je zit te wachten, of doe het om wat het voor jezelf waard is. Ook al ben ik best wel eens blij met wat ik heb geproduceerd, probeer ik het bij de tweede benadering te houden.

Volgende keer meer over eBoeken.

woensdag 4 april 2012

Vrijdag de 13e nadert!

Vrijdag de 13e, eigenlijk best een sterke datum voor aflevering van het drukwerk van je eerste roman. De dramatiek zit er al in. Je ziet het al voor je: slippende vrachtwagens, foute afleveradressen en ontregelde TomToms. En als je al een kwartier bezig bent de gasten op je boekpresentatie te bezweren nog éven te wachten en dat je roman echt zo afgeleverd wordt, komt er dan eindelijk een lullig, gedeukt bestelautootje voorrijden, waaruit een 80-jarig jichtig mannetje in een beige stofjas stapt. Nadat hij tot drie keer toe met zijn steekkarretje met één lekke band komt aanzetten met een wankele stapel dozen met het verkeerde boek - 'drie keer is schipbreuk' - komt hij de vierde keer zo waar met mijn boek. Ten overstaan van de inmiddels al aardig beschonken gasten maak ik de eerste doos open en wordt getroffen door de spelfout in mijn naam op de omslag: Hans Versteer in plaats van Hans Verster. Ik probeer het nog te verdoezelen maar mijn oma van 93 is weliswaar stokdoof maar niet blind en begint te roepen 'Je heet helemaal geen Hans Versteer, dat is hartstikke fout'. In de chaos van honende en niet-begrijpende opmerkingen weet ik de wethouder zo ver te krijgen dat hij met zijn speech begint. Ik had hem bezworen het kort te houden, wat hem niet belette om in de Power Point presentatie van de PR-afdeling van de gemeente te kiezen voor de optie 'uitgebreid'. Om de vele piepkleine cijfertjes in de vele zeer grote grafieken beter te kunnen aanwijzen trok hij een traproede uit de naastgelegen trap net voordat de omvangrijke, ingehuurde buurvrouw met een enorm dienblad met gevulde champagneglazen en bitterballen naar beneden kwam ... ... Sorry, ik moest even afreageren. Dat krijg je van al dat geregel. Sinds mijn vorige blog heb ik het ontwerp van de omslag en het binnenwerk goedgekeurd - dat wordt heel mooi! - een ISBN aangevraagd, een kort artikel over tijdverspilling (ik had toch niets te doen) op mijn website gepubliceerd - http://www.hansverster.nl/ - en bezig geweest met het organiseren van een boekpresentatie. Dat laatste gaat niet door ... niet vanwege visioenen als hierboven, hoor. Ik was niet overtuigd van de opties, te groot, te klein, past niet goed bij de gelegenheid, enz. Ik geef nu een borrel voor mijn directe collega's en i.p.v. een wethouder heb ik het afdelingshoofd gevraagd iets te zeggen ... nu maar hopen dat hij geen PP-presentatie meeneemt om mij te pesten. Maar de lijst van wat ik nog moet doen voor vrijdag de 13e is lang: zorgen dat In de Tusschentijd zo snel mogelijk te krijgen is als drukwerk en eBoek, zorgen dat zo veel mogelijk mensen weten van het bestaan van mijn boek en van mij als schrijver, enz. Ik hou je op de hoogte.

zondag 25 maart 2012

De eerste keer doet altijd zeer

Ben ik nu schrijver? Het manuscript van mijn eerste roman is af en ik heb het naar de drukker gestuurd. Binnen drie weken kun je het gedrukte boek op mijn website kopen en de eBook versie bij Apple Bookstore. Maar ben ik dan schrijver? Ze zeggen dat je pas schrijver bent als je een contract bij een uitgever hebt. Uitgevers zeggen dat. Nou ja, laten we afspreken dat ik gewoon mooie dingen schrijf en dat jij dat op mijn site of in de Bookstore komt kopen. Niet makkelijk, hoor, zo'n eerste keer. Dat doet best zeer. En dan ook nog een eerste blog.

En nu is hij af, mijn roman. Tussen alle drukte door heb ik er de afgelopen zeven jaar hard aan gewerkt. Drie keer raden waar het over gaat: over tijd. Wat mij bezig houdt is welke plek wij in ons leven geven aan tijd. We hebben het er maar druk mee. Een paar eeuwen terug had je het nauwelijks over tijd, nu doen we niet anders. Dat mechanisme achter tijd, daar ben ik in geïnteresseerd. Waarom zijn we er zo veel mee bezig? En kan het niet anders, want het is tenslotte geen natuurkracht, we doen het zelf. De titel van mijn roman is In de Tusschentijd. Voor de duidelijkheid: het is een roman en geen wetenschappelijk artikel of politiek pamflet. En een behoorlijk fantastische roman ook, maar geen 'Fantasy', want er zitten geen engeltjes in. Je kunt er iets in zien van het magisch realisme van Borges, of de verhalen van Umberto Eco over tijd. Maar ook van filmen als 'Eternal sunshine of the spotless mind', 'Time Bandits' en 'Back to the future'. Maar uitgebreid onderzoek naar tijd in de kunsten heb ik eerlijk gezegd nog niet gedaan. Geen tijd.

Op de vrijdag na Pasen - vrijdag 13 april … ik heb mezelf verteld dat ik niet bijgelovig ben - wordt het drukwerk afgeleverd. Ik heb m.a.w. minder dan drie weken om de start van het publiceren van In de Tusschentijd te organiseren. Daar heb ik uiteraard over nagedacht, maar ik zal ook nog veel al doende moeten ontdekken. Een van die 'leuke' ontdekkingen was bijvoorbeeld dat je op dit moment nog geen Nederlandstalige publicaties als eBook via amazon.com kunt aanbieden. Da's nou jammer, want amazon.com had ik nu juist als belangrijk verkoopkanaal op het oog.

In deze blog zal ik je op de hoogte houden van wat ik doe en tegenkom bij mijn pogingen om mijn werk te publiceren. Naast deze blog onderhoud ik een website, hansverster.nl. Dat is de plek waar je mijn gedrukte publicaties kunt kopen en artikelen en achtergrondinformatie kunt lezen. Je kunt er bijvoorbeeld al een fragment van mijn verhaal lezen. Verder is het daar overigens nu nog een kale boel, maar daar ga ik snel verandering in brengen. Ik hou je op de hoogte.

Komende week ga ik mij storten op een boekpresentatie - wat zou een geslaagd idee zijn en wanneer - en op het publiceren van 'In de Tusschentijd' als eBook in Apple Bookstore.